category_news
Genetische achtergrond van enterische methaanuitstoot van Nederlandse melkkoeien
Fokken op koeien die minder methaan uitstoten is mogelijk, zoals we hebben aangetoond in onze studie waar we data van individuele koeien op 16 bedrijven hebben verzameld. Dit project is uitgevoerd binnen het programma Integraal Aanpakken van het Ministerie van LNV om de emissie van methaan en ammoniak in de veehouderij te reduceren.
Reductie van methaanuitstoot
De Nederlandse landbouw staat voor de uitdaging om methaanuitstoot in 2030 met 2,1 Mton te verminderen, waarbij de doelstelling voor de melkveehouderijsector 0,8 Mton is, en nog verder in 2050. Omdat methaanuitstoot van melkkoeien het belangrijkste onderdeel is van deze klimaatopgave, hebben boeren dringend behoefte aan efficiënte en kosteneffectieve opties om de methaanuitstoot verminderen. Fokkerij, waarbij gebruik wordt gemaakt van de natuurlijke variatie van dieren in methaanemissies, is een strategie die kosteneffectief, permanent en cumulatief is. Het doel van deze studie was om het potentieel te onderzoeken van het fokken op dieren met een lage uitstoot.
Variatie tussen koeien
Voor de fokkerij is het belangrijk dat er variatie is tussen koeien in methaanemissies en dat het effect van omgevingsfactoren wordt gescheiden van de genetische component met behulp van statistische modellen. Hierbij is het van belang zowel metingen van een grote hoeveelheid koeien te verzamelen, als meerdere metingen per koe. Aan de hand van de methaanmetingen kan de erfelijkheid worden bepaald door een koppeling te maken met de afstamming van de koe, op basis van stamboom en genotype (DNA) informatie. In dit onderzoek is de erfelijkheidsgraad bepaald aan de hand van herhaalde sniffermetingen van 1.698 koeien, van wie ook genotype informatie beschikbaar was. De resultaten geven een erfelijkheidsgraad voor methaanemissie van 23%, gedefinieerd als de gemiddelde emissie per week. Vergeleken met de erfelijkheidsgraad van melkproductie (40%) of de meeste gezondheid en vruchtbaarheid kenmerken (2% tot 8%), is de erfelijkheid van methaanemissie middelmatig. Een lage of middelmatige erfelijkheid betekent dat data van een groter aantal koeien verzameld moet worden om betrouwbare fokwaarden te schatten dan wanneer de erfelijkheid hoog is.
Welk verschil kan fokkerij maken?
Een indicatie van het verschil dat met behulp van fokkerij gemaakt kan worden, kan worden weergeven met de genetische standaard deviatie. Het genetische verschil tussen de koeien met de laagste en hoogste uitstoot was 474 ppm. Dit laat zien dat door middel van het selecteren van koeien en stieren met een lage uitstoot, een reductie in enterische methaanemissie een reële mogelijkheid is in de nabije toekomst. Alle resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in een Engelstalig rapport van Wageningen University and Research.
Hoe verder?
Dit project heeft laten zien dat het fokken op laag-emitterende koeien een mitigatiestrategie kan zijn. Daarom zetten we nu een grootschalige dataverzameling op waarbij we op 100 melkveebedrijven de methaanuitstoot van individuele koeien gaan meten. Dat project wordt gefinancierd door de Topsector Agri & Food , CRV en FrieslandCampina.