category_news
Bestuursvoorzitter WUR: Maak helder voedselbeleid speerpunt bij de verkiezingen
Natuur en landbouw dreigen de grote verliezers van de politieke impasse te worden en de manier waarop de problemen daar worden besproken. Het is hoog tijd voor duidelijkheid en een nieuw agrarisch- én voedselbeleid. Dan kan Nederland weer een groene koploper zijn. Dat zegt Sjoukje Heimovaara, bestuursvoorzitter van Wageningen University & Research in het Financieele Dagblad van zaterdag 9 september 2023.
Willen we in de toekomst genoeg, gezond en lekker voedsel houden, dan zullen we de productie daarvan anders moeten inrichten. Onze manier van produceren is nu wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan een kwart van alle broeikasuitstoot, gebruikt bijna driekwart van al ons zoet water en veroorzaakt grote druk op de biodiversiteit. Willen we de planeet leefbaar houden, dan is verandering noodzakelijk.
Gelukkig is er ook goed nieuws: we weten al hoe we de productie kunnen verduurzamen zonder de voedselvoorziening in gevaar te brengen. Maar dan moeten we wel keuzes maken en ons niet in dogma’s laten opsluiten.
Kijken we op wereldniveau, dan zien we al verschillende oplossingsrichtingen waarbij overigens ook het stikstofprobleem wordt aangepakt. Een derde van al het voedsel dat we mondiaal produceren komt uiteindelijk niet op onze borden, maar gaat verloren in de keten. Er zijn goede manieren om deze verspilling te verminderen bijvoorbeeld door bewustwording te verbeteren, door betere bewaring of met slimme apps. Dat is directe winst.
Daarnaast gebruiken we meer dan driekwart van al het agrarisch land voor de productie van dierlijke producten. Terwijl die maar een derde van ons voedsel leveren. Daar gaat dus veel verloren. Voor een gezond dieet zijn dierlijke producten voor velen een goede (maar niet noodzakelijke) aanvulling.
Als we in het rijke Westen weer terug gaan naar het menu van de jaren 60, met minder vlees en meer groenten op het bord, dan besparen we veel land en water en veroorzaken we minder broeikasgasuitstoot. In een écht duurzaam voedselsysteem houden we dieren op land dat voor akkerbouw onbruikbaar is, of eten ze vooral reststromen.
We kunnen de voedselproductie ook echt nog helpen verduurzamen door kennisontwikkeling en technologische vooruitgang. Daarmee kunnen we zorgen dat we minder energie, water en andere grondstoffen gebruiken en de noodzakelijke aanpassingen ontwikkelen die nodig zijn vanwege de veranderende klimaatomstandigheden.
Wereldwijde samenhang
Het tegengaan van verspilling, een ander menu en innovatie – het zijn drie routes om de voedselproductie duurzamer te maken. Toch is implementatie ervan zeker niet eenvoudig. Voedselsystemen hangen wereldwijd samen en grijpen op elkaar in. Eten is cultureel bepaald en wordt soms als machtsmiddel gebuikt in conflicten. Lokale oplossingen zijn alleen zinvol als ze rekening houden met die complexe samenhang. We zijn er niet met technische vernuft alleen, we zullen ook ons gedrag moeten aanpassen en daar is hulp en sturing bij nodig.
Wat betekent dit voor Nederland? Zoals de Oeso ook in haar recente evaluatie van het Nederlandse landbouwbeleid schrijft, moet Nederland de milieu-impact van zijn landbouw snel verlagen en daarvoor ook de transitie van de veehouderij versnellen. Om dat te bereiken is wel een haalbaar toekomstperspectief nodig. Dat is al vaker benoemd, maar nog steeds niet gelukt. Wie is er aan zet?
Laten we ter inspiratie kijken naar eind 19e eeuw. De Nederlandse land- en tuinbouw was in crisis. Opbrengst en verdienvermogen stonden al onder druk toen er vanuit Noord-Amerika — waar vroege mechanisering productie en transport voordeliger en betrouwbaarder had gemaakt - goedkoop graan naar Europa kwam.
Diverse landen reageerden met bescherming van hun boeren door importheffingen. Maar de Nederlandse regering richtte haar blik op de lange termijn en de internationale context, en besloot te investeren in agrarisch onderwijs en voorlichting. Met deze kennis én het besef dat het echt anders moest, gingen boeren aan de slag. Zij werkten samen aan specialisatie, diversificatie en richten coöperaties op: het begin van de Nederlandse agrarische sector als wereldspeler. Er werd afscheid genomen van wat niet meer werkte en er ontstonden nieuwe krachtige sectoren.
Behoefte aan duidelijkheid
Ook vandaag is zo’n mondiale langetermijnvisie van de overheid nodig: zij moet een duidelijke en stabiele koers uitzetten om te verduurzamen. Ons land heeft grote behoefte aan duidelijkheid. Alleen dan kunnen we (des)investeren, alleen dan blijven we concurrerend. Maar om tot zo’n visie te komen, moet de overheid wel eerst duidelijke keuzes maken tussen verschillende belangen en waarden.
De dilemma’s die daarbij voorliggen zijn fundamenteel. Zo moeten we eerst bepalen of en hoe we als Nederland willen bijdragen aan de Europese- en wereldvoedselvoorziening. Als vruchtbaar land in een gematigd klimaat kunnen we een belangrijke bijdrage leveren, zeker nu in andere Europese gebieden klimaatverandering de voedselproductie lastiger maakt. Kijken we voor het bereiken van de voedsel- en natuurdoelen alleen naar Nederland, of toch ook naar Europa of zelfs de hele wereld?
Een ander dilemma is of de overheid het gedrag van de consument wil beïnvloeden om enerzijds de klimaat- en milieudoelen te halen en anderzijds de gezondheid van de burgers te bevorderen? In 2014 pleitte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) al voor een voedselbeleid. Als we onze voedselproductie verduurzamen maar ons eetpatroon niet, dan verschuift de productie van ons eten naar andere landen en dus ook de belasting van het milieu. Dat levert netto geen milieuwinst op, zelfs een verlies.
En we moeten bepalen hoe we ons land ruimtelijk inrichten. We kunnen kiezen voor meer extensieve landbouw, waarbij voedselproductie en natuur verweven zijn, zodat de biodiversiteit in onze landbouw toeneemt. De opbrengt per hectare zal dan lager zijn en er blijft minder ruimte over voor ‘ongerepte’ natuur. Of gaan we kiezen voor intensivering? Per eenheid voedsel is dat wellicht wel het meest duurzaam - een vraag is. op welke schaal het dan nodig is. Of gaan we voor een derde weg en stemmen we de intensiteit af op de omgeving: meer intensief op vruchtbare gronden en extensiever in meer kwetsbaar gebied?
Het voeren van een zuiver debat over deze keuzes wordt bemoeilijkt doordat ook valse dilemma’s worden opgeworpen. Zo maken sommigen bezwaar tegen verduurzaming van de landbouw door te wijzen op het gevaar voor de wereldwijde voedselzekerheid en betaalbaarheid. Maar de wérkelijke bedreigingen daarvoor zijn klimaatverandering en conflicten, zoals nu rond Oekraïne. We kunnen mondiaal voldoende gezond voedsel produceren, ook in de toekomst, maar klimaatverandering en de eerlijke verdeling zijn het probleem.
‘Duurzamer produceren is te duur voor de consument’ is nog zo’n veelgehoord vals dilemma. Laten we helder zijn: die werkelijke prijs betalen we uiteindelijk toch. Ofwel als consument, ofwel als burger via belastingen, met onze gezondheid en onze toekomst. De recente prijsstijgingen van ons voedsel zijn vooral terug te voeren op hogere energieprijzen en loonkosten. We betaalden in de geschiedenis nog nooit zo’n klein percentage van onze uitgaven aan voedsel. Tegelijkertijd betaalden we nog nooit zoveel aan de werkelijke kosten van de voedselproductie, zoals subsidies en milieuschade.
Er zijn in Nederland al diverse voorstellen gedaan voor een toekomstbestendig voedselbeleid dat aantrekkelijk is voor natuur, boer en consument. Zo werden in 2020 in de Brede maatschappelijke heroverweging (BMH) al voorstellen gedaan voor reële beprijzing van vlees, en het goedkoper maken van groenten en fruit. Voor een eerlijk wereldwijd speelveld kunnen we voedsel op een doordachte manier in het Emission Trading System onderbrengen, waardoor de broeikasgasuitstoot wordt verrekend.
Wetenschappers met kennis van zaken, zoals bij Wageningen University & Research, hebben hiervoor verschillende scenario’s geschetst, zij staan klaar om te helpen. Het is nu de taak van de politiek om een duidelijke koers uit te zetten, met hulp van mensen met visie, maar zonder belangen en dogma’s.
Prioriteit
Maak voedselbeleid prioriteit bij de komende verkiezingen. Dit is een kans: Als we doorpakken kan Nederland vooroplopen en geven we natuur en landbouw weer perspectief. Er zijn al veel prachtige initiatieven en voorbeelden van wat kan en hoe mooi het kan worden. Laat daarom bij de verkiezingen onze toekomst bovenaan de agenda staan, en hoe we als Nederland een voorbeeld kunnen zijn van een gezond land met een gezonde, eerlijke economie. Dan kunnen we kiezen voor perspectief voor iedereen.